Vol goede moed beginnen aan een positieve verandering in je leven. Het is één van de leukste dingen die er zijn, en op het moment dát je begint, loop je over van energie en inspiratie. En tóch kan je dan na enige tijd merken dat het allemaal niet zo gaat als je had gewild en gehoopt. Op zo’n moment is het lastig om door te zetten. Hoe zorg je ervoor dat je je motivatie weer terugkrijgt of niet verliest?
___
1) JIJ bepaalt! JIJ bent verantwoordelijk!
Dit is het lastigste, en natuurlijk het meest confronterende. Ook al kan je heel objectief anderen of de omstandigheden de schuld geven; JIJ bent de baas over jezelf, JIJ bepaalt. Dus JIJ moet ook de verantwoordelijkheid voor deze situatie nemen. Dat betekent niet dat je iets fout of verkeerd hebt gedaan, maar je moet jezelf wel onder ogen komen en erkennen dat het niet zo is gelopen als je had gewild en gepland. Een manier om dit te doen is jezelf 2 rollen aan te meten: je oude wijze zelf, en je jongere onbevangen zelf. Spreek vanuit de wijze rol, zoals een ouder tegen een kind. Beeld je eventueel in dat je het tegen je eigen kind hebt, of je kat of hond. Leg “jezelf” uit dat jij verantwoordelijk bent voor wat je wel en niet doet, en dat jij bepaalt wat je wilt.
2) Ga na waar het mis ging
Je had een enthousiast plan en ging aan de slag. Ergens gedurende het proces ging het mis. Als je inzicht krijgt waar het mis ging, kun je dat in de toekomst voorkomen. Als er een vliegramp is gebeurd, wordt de oorzaak altijd minutieus achterhaald, en vervolgens wordt er voor gezorgd dat er nooit meer een ongeluk door dezelfde oorzaak kan gebeuren. Doe hetzelfde voor jouw proces. Had je wel een écht doel? Had je een duidelijk plan? Wist je wat de offers waren die je moest brengen? Wilde je die misschien niet brengen? Inzicht hierin leidt tot herkenning. En na herkenning komt erkenning: “ik moet dit anders doen”.
3) Bepaal je doel(en) opnieuw
Bepaal opnieuw wat je doel is dat je met deze verandering wil bereiken. Ook al kom je op hetzelfde doel uit, dit is de basis voor je verandering. Omschrijf dus duidelijk wát je wilt bereiken (en niet wat je wilt vermijden; gebruik alleen positieve bewoordingen), en waaróm je dat wilt bereiken. Spreek vervolgens opnieuw met jezelf af hóe je dat gaat bereiken.
4) Denk in procesdoelen, niet in resultaatdoelen
Je ging/gaat iets doen, iets veranderen, omdat je iets wil bereiken. Om dat “iets” te bereiken, moet je meerdere dingen doen of veranderen. Als je 5 kilo wilt afvallen, ga je bijvoorbeeld gezonder eten, stop je met snoepen en alcohol en ga je regelmatig bewegen. Het resultaatdoel, die 5 kilo minder, daar heb je geen directe invloed op. Maar op de procesdoelen wél!
Wat als je nu 90 kilo weegt en je na een eerste week goed bezig zijn op de weegschaal ineens 91 kilo ziet staan? Daar vliegt je motivatie ineens weg! Maar als het je doel was om 5 keer per week een uur te wandelen, geen alcohol meer te drinken, maximaal 10 gram suiker per dag te eten, op tijd naar bed te gaan, dán heb je daar heel goed controle over. En je gaat op het proces vertrouwen, waardoor de uitkomsten vanzelf wel een keer komen.
5) D.O.E.N…. N.U.!
Niets is krachtiger dan actie. Uitstel is de grootste motivatie-killer. Het enige juiste moment is nú! Stoppen met roken of drinken? Niet morgen, niet in het nieuwe jaar. Dan is het al gedoemd te mislukken. Als je niet nú kunt beginnen, vergeet het dan maar! Van uitstel komt afstel; clichés zijn niet voor niets waar. En denk niet, maar doe. Zoals Tony Robbins zegt: “If you stay in your head, you’re dead”.
6) Draai afleiding de nek om
Afleiding dient zich in alle vormen aan, nét op het moment dat je iets wilde (of zou moeten) doen dat bij je gewenste verandering paste. Televisie, computer en telefoon zijn de makkelijkste en gemeenste afleiders. Daarom moet je ze “de nek omdraaien”: ze moeten je niet meer kunnen lastigvallen. Het beste is om je televisie weg te halen uit de woonkamer en op zolder te zetten. Zeker in de eerste weken van je veranderingsproces. Computer, tablet en telefoon leg je vanaf het begin van de avond op een andere kamer in het huis. Misschien kan je er nog even op kijken nádat je je gewenste activiteiten (zoals sporten) hebt gedaan, maar sowieso moet je eigenlijk nooit ná negen uur ’s avonds meer op die schermen kijken.
En als je toch bezig bent: zeg ook het abonnement op de krant(en) op, en stop met het luisteren naar de radio. Als je “het nieuws” niet meer volgt, komt er een deken van rust over je heen. En dat helpt je om je gewenste verandering te realiseren.
7) Maak het leuk!
Pfff…. Al deze punten klinken als iets dat je jezelf aandoet, iets dat niet leuk is. Het klinkt dus simpel: maak het leuk. Maar hoe doe je dat?
Het belangrijkste is je overtuiging. Als je vindt dat iets niet leuk is, dan is dat ook zo. Dus begin met de gedachte dat het leuk is om te (sporten, gezond te eten, vul maar in). Je hoeft het niet te geloven, je hoeft het alleen maar tegen jezelf te zeggen. Hardop. Na een aantal dagen ga je het al wat voelen. En weer een paar dagen verder ga je het geloven. Niet meteen, maar geleidelijk.
Daarnaast kan je de nieuwe activiteit combineren met iets waar je al heel veel plezier aan beleeft. Speel je favoriete muziek af, beloon jezelf na afloop met iets lekkers (en gezonds) of een andere leuke activiteit (toch even een filmpje kijken). Uiteraard weet je zelf beter waar je blij van wordt, wat het leuk maakt, dus bedenk het en doe het!
8) Zorg voor inspiratie
Jouw proces is uniek. Toch hebben (honderd)duizenden andere mensen eenzelfde soort uitdaging gehad in hun leven. Hoe ze die uitdaging hebben overwonnen, dát kan jou helpen in je eigen veranderingsproces. Stel dus een groep van 10 mensen samen die je inspirerend vindt. Dat kunnen bekende mensen zijn, of mensen wiens verhaal je bij toeval op internet vindt; dat maakt natuurlijk niet uit. Maak van die 10 mensen een korte samenvatting, compleet met foto’s en inspirerende beelden, en zorg dat je die aan de muur hangt, of iedere dag onder ogen krijgt.
En als je toch bezig bent: maak dan meteen een vision boardof mood board, met daarop plaatjes van jouw ideale situatie, en alles wat je leuk vindt.
Kijk filmpjes van de mensen die je inspireren, lees hun boeken. Zorg dat je snapt wat zij hebben gedaan, en overtuig jezelf ervan dat jij het ook kunt. Niet zoals zij het deden, maar op je eigen, unieke manier.
9) Breng positiviteit in je leven
Ik had ook kunnen zeggen: “ban negativiteit uit je leven”. Maar zeggen of denken wat je níet wilt maakt juist dat het in je gedachten zit. De gedachte “ik wil niet ziek zijn” werkt in je hele systeem anders door dan “ik wil gezond zijn”. Stap 1 is bewustwording. Let eens op jezelf welke gedachten je op een dag hebt, en welke uitspraken je doet. Welke daarvan zijn negatief? Dat kunnen gedachten over jezelf zijn, maar ook over anderen. Probeer bij elke negatieve gedachte de positieve variant te bedenken. Als iemand je negatief benadert, ligt het voor de hand om te denken “wat een k**zak”. Kan je dit omdenken in de gedachte “wat jammer voor hem dat hij vandaag zo humeurig is”? Probeer het op alle mogelijke gebieden in je leven. Als je veroordelende, negatieve en ontkennende woorden (zoals “niet”) kunt verminderen of zelfs vermijden, verandert er veel meer in je leven dan je denkt!
10) Schakel professionele hulp in
Als een kapper geknipt moet worden, gaat hij naar een andere kapper. Een goede coach gaat regelmatig naar een andere coach. Professionals weten hoe belangrijk het is om van een afstand naar de situatie te kijken. Je kunt heel goed in staat zijn om bij anderen te zien waar het beter kan, maar bij jezelf is dat een stuk moeilijker.
Schakel dus een coach of deskundige in op het gebied waar je wilt veranderen; het bespaart je tijd en energie, en je kunt veel sneller resultaat behalen. Blijf niet hangen in het kiezen van de juiste persoon; maak ergens een afspraak en zie wat het je brengt. Klikt het niet, kies dan een ander, totdat je voor jou de ideale coach of deskundige hebt gevonden.
11) Zie het als leren fietsen
Het kan wéér een keer tegenzitten. Dan kan je al gauw denken: “ik stop er mee, dit werkt niet voor mij”. Dat kan je doen. Maar hoe heb je leren fietsen? Je ging op de fiets zitten, en je viel om. Je viel nog eens om. Je fietste, en later viel je wéér. Toch stapte je iedere keer weer op de fiets, en iedere keer ging het een stukje beter.
Ook in dit proces kan je vallen, mág je vallen. Iedere keer als het tegenzit, maak je opnieuw de keuze: “ik kán dit, ik wíl dit!”, en stap je weer op je denkbeeldige fiets.
Liefs,
Jennet